Immuunsuppressie & chemotherapie

  1. Alle patiënten die chemotherapie of immuunsuppressie ondergaan dienen te worden gescreend op hepatitis B infectie middels anti-HBc en HBsAg.
  2. HBsAg positieve patiënten dienen in principe profylactisch te worden behandeld met ETV, TDF of TAF 1
      • Duur: tot 12 maanden na het staken van immuunsuppressie of chemotherapie (of 18 maanden bij rituximab).
      • Monitoring: HBV DNA iedere 3-6 maanden tijdens profylactische behandeling en tot 12 maanden daarna.
  3. HBsAg-negatieve, anti-HBc positieve patiënten met een hoog risico op reactivatie (>10%) dienen profylactisch te worden behandeld met ETV, TDF of TAF.
  4. HBsAg-negatieve, anti-HBc positieve patiënten met een laag (<1%) tot matig (1-10%) risico op reactivatie dienen te worden gemonitord middels ALT (maandelijks) en HBsAg/HBV DNA (iedere 1-3 maanden) 2
  5. Bij HBsAg-negatieve, anti-HBc positieve patiënten met verwachte non-compliance ten aanzien van monitoring, verwachte langdurige immuunsuppressie of bij behandeling met nieuwe biologicals met onbekende risico’s op HBV reactivatie is het starten van profylactische behandeling te overwegen.

Toelichting

1 De nieuwe EASL richtlijn suggereert bij alle HBsAg positieve patiënten profylactische antivirale therapie te starten indien zij immuunsuppressie ondergaan. Dit wijkt af van de AGA richtlijn welke suggereert dat bepaalde behandelingen een dermate laag risico hebben op HBV reactivatie dat profylactische behandeling niet zinvol is. Dit betreft dan met name behandeling met traditionele immunosuppressiva (azathioprine, 6-mercaptopurine en methotrexaat), intra-articulaire steroïden, orale steroïden voor een duur van <1 week (ongeacht de dosis) en langdurige behandeling met laaggedoseerde steroïden (<10mg prednison of equivalent). Aangezien HBV reactivatie wel beschreven is bij HBsAg positieve patiënten die werden behandeld met steroïden (systemisch) of traditionele immunosuppressiva is de werkgroep van mening dat profylactische behandeling ook bij deze groepen dient te worden overwogen.

2 Een overzicht van medicatie welke is geassocieerd met een laag of matig risico op reactivatie kan worden teruggevonden in de AGA richtlijn.