Fertiliteit
Vanwege zorgen omtrent transmissie en mogelijke integratie van het virus in het genoom van het embryo adviseert de Nederlandse Vereniging voor Obstetrie en Gynaecologie om alleen ICSI procedures uit te voeren bij donoren met een HBV DNA <180 IU/mL1
Zwangerschap
Screening op HBsAg wordt voor alle zwangere vrouwen aangeraden in het eerste trimester.
Voor zwangere vrouwen besmet met hepatitis B geldt:
-
-
- Bij vrouwen met een actuele zwangerschapswens zonder significante fibrose (F0-F1) is uitstel van behandeling tot na de zwangerschap te overwegen
- Bij zwangere vrouwen met significante fibrose (≥F2) of cirrose wordt behandeling met tenofovir (TDF/TAF) geadviseerd
- Zwangere vrouwen (en vrouwen die zwanger willen worden) die reeds met een NUC worden behandeld dienen te switchen naar tenofovir (TDF/TAF)
- Alle zwangere vrouwen met hoge virale load (HBV DNA > 200,000 IU/mL) dienen te worden behandeld met tenofovir (TDF/TAF) vanaf zwangerschapsweek 24-28 (of eerder). De behandeling dient tot 12 weken post-partum te worden gecontinueerd. Na het staken van antivirale therapie bestaat er een risico op een flare, patiënten die behandeling staken dienen derhalve te worden gemonitord
- Tenofovir (TDF/TAF) kan in lage concentraties in de moedermelk worden gedetecteerd, de kans dat dit toxische effecten heeft lijkt klein maar over de veiligheid voor de pasgeborene is weinig bekend. Borstvoeding is niet absoluut gecontra-indiceerd, maar de onzekerheid ten aanzien van de risico’s voor de pasgeborene dienen met de moeder te worden besproken2
-