Er wordt onderscheid gemaakt tussen verschillende typen NUC falen:
Er wordt onderscheid gemaakt tussen verschillende typen NUC falen:
Non-compliance is een belangrijke oorzaak voor NUC falen bij patiënten die worden behandeld met ETV, TDF of TAF; derhalve dient dit te worden nagegaan bij iedere patiënt. Bij behandeling middels tenofovir kunnen er spiegels worden bepaald om compliance te bevestigen.
Voor compliante patiënten (bij tenofovir idealiter bevestigd middels aanwezige spiegel; overleg met apotheker/klinisch chemicus wordt aanbevolen) gelden de volgende adviezen:
1 De werkgroep is van mening dat er op dit moment onvoldoende bewijs is dat laaggradige viremie bij patiënten zonder cirrose die worden behandeld met ETV of TDF (of TAF) leidt tot slechtere klinische uitkomsten. Stabiele laaggradige viremie (dus geen virale doorbraak) kan derhalve worden geaccepteerd als er geen aanwijzingen zijn voor hepatitis (dus bij een normaal ALT). De definitie van laaggradige viremie is controversieel. De AASLD-richtlijn suggereert een afkapwaarde van 2,000 IU/mL, de EASL richtlijn suggereert 69 IU/mL. Vooralsnog is de werkgroep geneigd de AASLD richtlijn te volgen bij gebrek aan sluitend bewijs. Bij patiënten met cirrose dient te allen tijde te worden gestreefd naar een ondetecteerbaar HBV DNA.